Het Expertisecentrum Familiebedrijven van VKW Limburg en GUBERNA, het instituut voor de bestuurder, slaan de handen in elkaar. Tijdens het eerste ‘Event van de Externe Bestuurder’ op 12 juni tekenden beiden een samenwerkingsakkoord. Tegelijkertijd presenteerden ze de resultaten van een diepgaand gezamenlijk onderzoek samen met de UHasselt naar het functioneren van externen in de raden van bestuur (RvB) of raden van advies (RvA) in Limburgse familiebedrijven. Hieruit blijkt duidelijk dat Limburgse familiebedrijven met meer dan 10 werknemers de deur meer en meer open zetten. Iets meer dan helft heeft nu al externen aan boord in raad van bestuur of advies en in totaal staat 2 op 3 hiervoor open. De drang naar verdere professionalisering, groeiambities en de familiale opvolgingsproblematiek zijn hiervoor belangrijke triggers.
Het eerste druk bijgewoonde ‘Event van de Externe Bestuurder’ vormde de ideale gelegenheid om de samenwerking tussen VKW Limburg en GUBERNA te ondertekenen. Tijdens dit event debatteerde een toppanel verder over ‘De externe bestuurder in het familiebedrijf: vloek of zegen?’. En werden de resultaten van het onderzoek naar het functioneren van externen in de Limburgse familiebedrijven toegelicht.
Meer slagkracht
GUBERNA, het instituut voor de bestuurder, wil net zoals VKW Limburg het deugdelijk bestuur bij bedrijven bevorderen in al zijn dimensies. Ook bij familiale KMO’s en niet-beursgenoteerde bedrijven. Zij doen dit op nationaal niveau. De samenwerking zorgt voor de nodige kruisbestuiving in het voordeel van de Limburgse familiebedrijven.
Koen Hendrix, directeur VKW Limburg en coördinator van het Expertisecentrum Familiebedrijven: “Het samenwerkingsakkoord behelst drie aspecten waardoor het Expertisecentrum Familiebedrijven de Limburgse familiebedrijven nog beter kan ondersteunen. Vacatures voor externe bestuurders kunnen onderling worden uitgewisseld. Samen met GUBERNA werken we een opleidingsaanbod uit voor kandidaat externe bestuurders. En tegelijk slaan we de handen in elkaar om samen met de UHasselt verder academisch onderzoek te verrichten rond corporate governance (deugdelijk bestuur).”
Duidelijke meerwaarde van externe bestuurders
Uit het onderzoek naar het functioneren van externen in de raden van bestuur (RvB) of raden van advies (RvA) in Limburgse familiebedrijven (inclusief bedrijven met meerdere niet-familiaal verbonden vennoten) blijkt duidelijk dat Limburgse familiebedrijven met meer dan 10 medewerkers de deur meer en meer open zetten voor externe bestuurders of externe leden in een raad van advies. De drang naar verdere professionalisering, groeiambities en de familiale opvolgingsproblematiek zijn hiervoor belangrijke triggers.
Koen Hendrix: “De meerderheid van de Limburgse familiebedrijven is vandaag overtuigd van het belang van externe bestuurders in het kader van hun verdere groei en overdracht naar de volgende generatie.De duidelijke tendens naarmeer professionalisering toont dat de sensibilisering voor meer corporate governance bij familiebedrijven de voorbije jaren vruchten heeft afgeworpen. Toch blijft er op dit vlak nog veel werk. Wanneer blijkt dat nog bijna de helft van de ondervraagde familiebedrijven stelt een eerder ‘pro forma’ raad van bestuur te hebben, legt dit immers tegelijkertijd de zenuw bloot dat nog te veel familiebedrijven onvoldoende beseffen dat een goed werkende raad van bestuur een antwoord kan zijn op hun behoeften. Bovendien zorgt ook de aanstaande hervorming van de vennootschapswetgeving voor een aantal interessante opportuniteiten, maar tevens ook uitdagingen in het kader van professionalisering en corporate governance.”
De voornaamste conclusies op een rijtje:
Wanneer familiebedrijven kiezen voor actieve RvB met externen boven een RvA, dan doen ze dat vooral voor het grotere engagement van de externen en de mindere vrijblijvendheidin de werking van het bestuursorgaan. Ook de meer professionele uitstraling en de sterkere interne motivatie worden als argument aangestipt.